Goed te combineren met
Meer over Tripmadam - Sedum reflexum 'Blue Spruce'
Algemene beschrijving
Tripmadam, ook bekend als Sedum reflexum 'Blue Spruce', is een tuinplant die bekend staat om zijn compacte groei en mooie blauwgroene naaldachtige bladeren. Deze plant is een populaire keuze voor rotstuinen, borders en containers.
Groei en bloei
Tripmadam groeit als een laagblijvende, kruipende plant met dikke, vlezige bladeren die lijken op de naalden van een spar. In de zomer produceert de plant kleine gele bloemen die bijen en vlinders aantrekken. Na de bloei ontwikkelen zich kleine zaaddozen die bijdragen aan de verspreiding van de plant.
Bijdrage aan de biodiversiteit
Tripmadam is een waardevolle plant voor de biodiversiteit in de tuin. De bloemen trekken bestuivers aan, zoals bijen en vlinders, die helpen bij de bestuiving van andere planten. Daarnaast biedt de dichte groei van de plant beschutting en nestgelegenheid voor kleine dieren.
Suggesties voor combinatie met andere planten
Tripmadam kan goed gecombineerd worden met andere droogtetolerante planten, zoals lavendel, tijm en sedumsoorten. Deze planten vullen elkaar aan qua kleur en textuur, en gedijen goed in dezelfde omstandigheden.
Ideale standplaats
Tripmadam gedijt het beste op een zonnige standplaats met goed doorlatende grond. Deze plant kan ook groeien in halfschaduw, maar zal minder compact en vol zijn. Het is belangrijk om de plant te beschermen tegen te veel vocht, omdat dit kan leiden tot wortelrot.
Winterhardheid
Tripmadam is winterhard tot USDA zone 4, wat betekent dat het bestand is tegen temperaturen tot -34°C. Deze plant is geschikt voor het Nederlandse klimaat en kan goed overleven in de meeste tuinen.
Bemesting en verzorging
Tripmadam heeft weinig bemesting nodig en kan goed gedijen in arme grond. Het is belangrijk om de plant niet te veel water te geven, omdat dit kan leiden tot wortelrot. In droge periodes kan het nodig zijn om de plant water te geven, maar over het algemeen is deze plant zeer droogtetolerant.
Plant kenmerken
Naamgeving | |
Plantnummer | YAR-13092 |
Plantfamilie | Crassulaceae |
Nederlandse naam | Tripmadam |
Geslachtsnaam | Sedum |
Maten | |
Max groeihoogte | 20 |
Bloem en blad | |
Wintergroen | Bladhoudend |
Bloeimaanden | Juli, Augustus |
Bloemkleur | Geel |
Bladkleur | Blauwgroen |
Biodiversiteit | |
Speciale eigenschappen | |
Positie in tuin | Zon, Halfschaduw |
Winterhard | Ja |
Voedingperiode | Mei |
Snoeimaanden | Oktober |
Bemesting
In de lente bemesten met onze organische meststoffen voor borderplanten of eventueel DCM sedum planten en sedumdaken. Nooit kunstmest gebruik. Strooi deze tuinmest na de vorst en voor de hitte, dus medio mei.
Werk met drainage voor natte tuinen, Voorkom absoluut langdurig nat staan van uw sedumplanten.
Snoeien en meer
Zorg dat Sedum planten niet te nat staan. Daar houden ze niet van. Een goed gespitte grond is dus een must. Met de spitvork uw Sedum planten iets optillen helpt de bodem beter doorlaatbaar te maken. Ook een verhoogde plantenvak kan bijdragen.
Knip in oktober de dode bloemstengels tot net boven de grond af. Of laat een aantal stelen met de zaadhoofden staan als winterse decoratie voor uw tuin. Deze kunnen dan vervolgens in maart/april alsnog worden afgeknipt.